zondag 1 mei 2016

Broertjes

Broertjes

Job heeft een broertje. Eerst had hij een baby broertje.
Een heel lief baby broertje. Maar de baby kon niet praten.

De baby kon niet lopen. En de baby kon nog niet met Job spelen.


Job was heel lief voor zijn broertje. Job gaf hem een flesje. Job duwde de kinderwagen.
En Job gaf heel veel kusjes aan zijn lieve broertje. Maar Job kon niet wachten om met zijn broertje te kunnen spelen.

Nu heeft Job geen baby broertje meer. De baby is groter geworden.
Job heeft een broertje. En zijn broertje heet Jelle.

Jelle kan al lopen, en ook al best hard rennen. Jelle kan al praten, nog niet zo heel erg goed maar Job weet altijd precies wat Jelle zegt. En Jelle wil altijd met Job spelen!!
Job en Jelle zijn broertjes. En ze zijn beste vriendjes. Samen spelen. Samen delen. Samen lachen. Samen stoeien.


Maar ook samen ruzie maken. Want alle broertjes hebben ook wel eens ruzie. Job kan hele hoge torens bouwen. En Job kan heel boos worden als Jelle de toren omgooit. Jelle kan heel lief met de trein spelen. En Jelle kan heel boos worden als Job de trein afpakt omdat hij met dezelfde trein wil spelen.

Job en Jelle maken nooit lang ruzie. Want Job vindt het veel te leuk om samen met Jelle te spelen. En Jelle vindt het veel te leuk om samen met Job te spelen. Wat is het fijn om broertjes te zijn!!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten