vrijdag 20 januari 2017

Telefoon

‘Mag ik op de tablet?’ vraagt Job. Mama antwoordt: ‘Nee, je mag niet op de tablet. Het is midden op de dag.’ ‘Ah toe, eén filmpje!’ zeurt Job. ‘Nee Job, ga nu maar lekker spelen,’ zegt mama. Nu is Job boos. ‘Ik wil niet spelen, ik wil op de tablet!’ schreeuwt hij. En Job stampt de kamer uit. 

‘Mag ik op je telefoon?’ vraagt Jelle. ‘Nee,’ antwoordt mama. ‘Jij mag ook niet op de telefoon. Ga maar spelen.’ ‘Ah toe, één spelletje op je telefoon?’ zeurt Jelle. ‘Nee Jelle, niet zo zeuren.’ Jelle huilt: ‘Ik wil zo graag op je telefoon!’ Mama zucht: ‘Niet huilen om die telefoon. Je hebt zoveel mooi speelgoed waar je mee kan spelen.’ ‘Wat dan?’ snikt Jelle. ‘Je kan met de auto’s spelen, een puzzel maken of ik kan de klei voor je pakken,’ antwoordt mama. Een puzzel maken, dat wil Jelle wel. Jelle veegt zijn tranen weg.

Job komt de kamer weer binnen en zeurt: ‘Mama, ik verveel me! Mag ik heel even op de tablet?’ Maar Job mag niet op de tablet. Dan hoort Job de buurjongens buiten voetballen. ‘Ik ga naar buiten!’ roept Job enthousiast. Hij pakt zijn voetbal en rent naar buiten.

Jelle maakt al zijn puzzels en Job speelt heel lang buiten. Maar dan heeft Jelle alle puzzels af. En Job komt weer naar binnen want de buurjongens zijn naar huis om te eten. Mama is in de keuken en schilt de aardappels. ‘Mag ik nu op de tablet?’ vraagt Job. ‘En mag ik nu op de telefoon?’ vraagt Jelle. En dat mag! Als mama het eten maakt, mogen Job en Jelle een filmpje kijken. Job gaat met de tablet op de bank zitten en kijkt een filmpje. ‘Jippie!’ roept Jelle blij. En hij kruipt snel naast zijn grote broer op de bank. Maar waar is de telefoon?

Mama kijkt de kamer rond en vraagt: ‘Waar is mijn telefoon gebleven?’ ‘Jelle zit op je telefoon,’ antwoordt Job. Mama kijkt naar Jelle. Maar Jelle heeft de telefoon niet. Mama denkt goed na. Net had ze de telefoon nog. Ze zat op de bank toen ze met oma belde. ‘Jelle, heb jij de telefoon gezien?’ vraagt mama. Jelle schudt zijn hoofd. ‘Jelle zit op de telefoon,’ zegt Job weer terwijl hij naar zijn filmpje kijkt. ‘Ik zit niet op de telefoon,’ zegt Jelle. Job zucht en legt de tablet naast zich neer. Dan staat hij op van de bank en zegt: ‘Kijk dan maar.’ Hij pakt de handjes van Jelle vast en trekt zijn broertje van de bank af. En daar is de telefoon. Hij lag onder de billen van Jelle. Mama lacht: ‘Haha Job had gelijk, Jelle zat wel op mijn telefoon!’

Mama gaat verder met koken. Job zit weer op tablet. En Jelle zit op de telefoon. Maar niet meer met zijn billen.



vrijdag 6 januari 2017

Vuurwerk

Het is de laatste dag van het jaar. En vannacht is er vuurwerk. ‘Mag ik wakker blijven?’ vraagt Job.  Mama kijkt naar de klok, het is al bedtijd. ‘Ga maar even slapen,’ antwoordt mama. ‘Het duurt nog heel lang voordat het midden in de nacht is. We maken je wel wakker als het vuurwerk begint.’ Maar Job wil niet slapen. ‘Ah! Toe! Mag ik wakker blijven?’ smeekt Job. Mama kijkt naar papa. ‘Ach, Job kan wel wakker blijven. Job is al groot én het is feest vandaag!’ zegt papa. ‘Je hebt gelijk,’ zegt mama. Job mag wakker blijven.

‘Ga ik wel naar bed?’ vraagt Jelle. ‘Ja, jij gaat wel slapen,’ antwoordt mama. ‘Jij bent nog te klein om wakker te blijven.’ Jelle vindt het niet erg om te gaan slapen. Hij is bang voor het vuurwerk. ‘Ik vind vuurwerk stom,’ zegt Jelle. ‘Maar ik heb speciaal voor jou kindervuurwerk gekocht,’ zegt papa. ‘Sterretjes! Die zijn niet eng.’ Uit de tas met het vuurwerk pakt papa  een klein pakje en haalt er een paar stokjes uit. ‘Kijk, dit zijn sterretjes,’ legt papa uit. ‘Gaan jullie mee naar buiten? Dan steken we ze aan voordat Jelle gaat slapen.’ ‘Ja! Leuk!’ roept Job en hij trekt zijn jas aan. Jelle trekt ook zijn jas aan. Voor deze stokjes is hij niet bang.

Buiten is het al donker. Job en Jelle houden alle twee een stokje vast. ‘Hou het stokje maar goed voor je uit,’ zegt mama. ‘En kijk uit dat het vuur niet tegen de jassen aan komt.’ Papa houdt een vuurtje bij de stokjes. En dan gaan de sterretjes aan. ‘Oh! Wat mooi!’ roepen Job en Jelle uit. Kleine vonkjes springen in het rond. ‘Ik heb een toverstokje,’ zegt Job enthousiast. Jelle vindt het toch wel eng. ‘Mag ik hem uitblazen?’ vraagt Jelle. ‘Dat kan niet,’ lacht papa. ‘Je moet wachten tot hij vanzelf uit gaat.’ Gelukkig heeft Job een toverstok. ‘Ik tover jouw sterretje wel weg,’ zegt Job. ‘Hokus, pokus, pilatus, pas. Ik wou dat jouw sterretje bij papa was!’ En het lukt! Papa heeft het sterretje uit het handje van Jelle gepakt. Mama tilt Jelle op. Ze kijken samen nog even naar de sterretjes. En dan gaat Jelle naar bed.

Job mag beneden blijven. Samen met papa en mama speelt hij een spelletje en eet hij een oliebol. Dan horen ze Jelle boven roepen: ‘Ik kan niet slapen!’ ‘Ik ga wel even bij hem kijken,’ zegt mama en ze loopt naar boven. Job kruipt op de bank en kijkt een filmpje. Zijn ogen voelen zwaar. Job doet zijn best om niet in slaap te vallen. Maar het lukt niet. Job slaapt.  

Een tijdje later komt mama met Jelle naar beneden. Jelle kan echt niet slapen. Samen met papa en mama speelt Jelle een spelletje en eet hij een oliebol. Dan kruipen ze op de bank. Op de televisie is een grote klok te zien. Het is bijna twaalf uur. ‘We gaan je broer wakker maken,’ zegt papa tegen Jelle. ‘Het vuurwerk gaat beginnen!’

Job wordt langzaam wakker. Gelukkig kan hij het vuurwerk nog zien. En Jelle? Jelle is moe. Hij wil naar bed. En slapen voordat het vuurwerk begint.