Het is heel stil in de kamer van Job. Geconcentreerd zit Job
aan zijn bureau. ‘Een hoofd, twee ogen, een buik, twee benen en twee armen,’
mompelt Job zachtjes. Job heeft een poppetje getekend. Op het bureau liggen
heel veel stiften. Job pakt de blauwe stift en tekent een wolk in de lucht. Dan
pakt Job de groene stift om het gras te tekenen. Job doet erg zijn best. En de
tekening wordt erg mooi.
Jelle is heel stil de kamer van Job binnen geslopen. Geconcentreerd
zit Jelle onder het bureau. Er zijn stiften op de grond gevallen. ‘Een hoofd,
twee ogen…..’ hoort Jelle zijn broer mompelen. Jelle pakt de blauwe stift en
tekent op zijn voorhoofd. En met de bruine stift tekent Jelle rondjes om zijn
ogen. ‘Een buik, twee benen en twee armen,’ hoort Jelle. En Jelle maakt met de
stiften een mooi kunstwerk van zijn buik, zijn benen en zijn armen.
‘Nu nog de gele stift voor de zon,’ zegt Job. De gele stift
ligt op het randje van het bureau. Job wil de stift pakken, maar de gele stift
valt op de grond. Job bukt om de stift te pakken. En dan ziet hij Jelle onder
zijn bureau zitten. ‘Jelle, wat doe je daar?’ gilt Job van schrik. Met zijn
gekleurde gezichtje kijkt Jelle op en zegt: ‘Ik ben ook aan het kleuren.’ ‘Dat zijn mijn stiften!’ schreeuwt Job boos
en hij rukt de stiften uit de handjes van Jelle. Nu is Jelle ook boos en schreeuwt:
‘Geef terug! Ik mag ook kleuren!’
Mama hoort de broertjes ruzie maken en komt snel de kamer
binnen. ‘Jongens, waarom maken jullie ruzie?’ vraagt mama. ‘Jelle heeft mijn
stiften gepakt,’ schreeuwt Job. ‘Niet waar!’ schreeuwt Jelle terug, ‘Job heeft
mijn stiften afgepakt.’ ‘Niet waar! En Jelle heeft zijn hele gezicht onder
gekrast,’ gaat Job boos verder, ‘en zijn armen en zijn benen ook!’ Mama kijkt
naar Jelle en zegt: ‘Wauw, wat heb jij een mooi kunstwerk gemaakt! Laat me eens
even goed naar je kijken.’ Jelle straalt van trots en laat zijn gekleurde armen en benen zien. ‘Het is
prachtig,’ zegt mama, ‘maar maak de volgende keer maar een kunstwerk op papier.
‘Kijk eens wat ik heb gemaakt,’ zegt Job en hij laat zijn
tekening aan mama zien. ‘Wauw, wat knap getekend!’ zegt mama. ‘Is het een
poppetje in de tuin?’ vraagt mama. ‘Dat poppetje is Job,’ zegt Job. ‘Nee, dat
poppetje is Jelle,’ zegt Jelle. ‘Echt niet!’ zegt Job. Dan pakt Job de blauwe
en de bruine stift. Met twee stiften tegelijk krast Job over het poppetje en
lacht: ‘Nu heb ik Jelle getekend!’
Jelle zit onder de blauwe en bruine krassen. En het poppetje
zit ook onder de blauwe en bruine krassen. ‘Het poppetje lijkt nu precies op
Jelle,’ lacht mama. ‘Maar straks lijken ze niet meer want ik ga Jelle wassen!’
Mama neemt Jelle mee naar de badkamer en boent Jelle weer
helemaal schoon. En Job tekent een nieuw poppetje. Een poppetje zonder krassen, net als
Jelle.