donderdag 23 juni 2016

Papegaai


Er is een papegaai in huis. ‘Mag ik buiten spelen?’ vraagt Job. ‘Mag ik buiten spelen?’ vraagt de papegaai. ‘Praat me niet na!’ zegt Job. ‘Praat me niet na!’ zegt de papegaai.  Job vindt de papegaai stom.

‘Stommerd,’ zegt Job boos. ‘Stommerd,’ zegt de papegaai. ‘Nee, jij bent een stommerd!’ zegt Job. ‘Nee, jij bent een stommerd!’ zegt de papegaai. Job wordt nu echt boos en zegt: ‘Jij bent een stomme papegaai!’ 

‘Zullen we deze papegaai dan maar naar de dierenwinkel brengen?’ vraagt mama. Mama tilt Jelle op en vliegt met hem door de kamer.  Er is geen echte papegaai in huis. Jelle is de papegaai. Want Jelle praat iedereen na.

‘Ja!’ roept Job, ‘breng Jelle maar naar de dierenwinkel.’ ‘Ik denk dat de dierenwinkel dit papegaaitje niet wil hebben,’ zegt mama, ‘dit papegaaitje zegt veel te veel lelijke woorden.’ En dat is waar. Job leert Jelle allemaal lelijke woorden. ‘Zeg eens poep!’ zegt Job tegen zijn broertje. ‘Poep!’ zegt Jelle. En daar moeten de jongens heel hard om lachen. Job vindt een papegaai best grappig.

Mama vindt poep geen grappig woord. En in de dierenwinkel willen ze geen papegaai die poep roept. ‘Maar als we dit papegaaitje lieve woordjes leren, dan kunnen we hem naar de dierenwinkel brengen,’ zegt mama. Dat vindt Job een goed idee.

‘Ik vind je lief,’ zegt Job. ‘Ik vind je lief,’ zegt de papegaai. ‘Ik vind je heel lief,’ zegt Job. ‘Ik vind je heel lief,’ zegt de papegaai.  Job vindt de papegaai niet meer stom en zegt: ‘Jij bent een lief papegaaitje.’

‘Zullen we dit lieve papegaaitje dan toch maar houden?’ vraagt mama. Job knikt. ‘Je wilde Jelle toch niet echt naar de dierenwinkel brengen?’ vraagt Job. ‘Natuurlijk niet, gekkie!’ zegt mama. ‘Gekkie!’ roept Jelle blij. Het papegaaitje heeft weer woord geleerd.

‘Mag ik nu buiten spelen?’ vraagt Job. ‘Mag ik nu buiten spelen?’ vraagt Jelle. Dat mag. Job rent naar buiten. En Jelle rent er als een hondje achteraan.

vrijdag 17 juni 2016

Bedtijd


‘Wie wil het verhaaltje uitblazen?‘ vraagt mama.  ‘Ik!’ roepen Job en Jelle tegelijk. Samen blazen ze heel hard en met een klap slaat het boekje dicht. ‘En nu naar bed,’ zegt mama. Job en Jelle zitten in hun pyjama’s op het grote bed. De haren zijn gewassen. De tandjes zijn gepoetst. En het boekje is uit. Het is bedtijd.  

‘Nog even springen,’ zegt Jelle. Hij springt vrolijk op en neer. ‘Nee, stoeien!’ roept Job. Job duwt zijn kleine broertje in de kussens. Job en Jelle rollebollen over het grote bed. Ze hebben de grootste lol. Papa komt de kamer binnen en zegt: ‘Nu heel snel naar jullie bed anders eet ik jullie op!’ Job en Jelle verstoppen zich gillend achter de kussens. Maar het papa-monster trekt de kussens weg. Hij begint met de buik van Job. ‘Dat kriebelt!’ lacht Job. Dan is het buikje van Jelle aan de beurt. ‘Niet buikje eten!’ giechelt Jelle. Mama vindt het ook erg grappig, maar nu is het genoeg. Het is bedtijd.

Papa tilt Jelle op en brengt hem naar zijn eigen bedje. Mama loopt met Job mee naar zijn bed en stopt hem onder de dekens. Jelle komt de kamer van Job binnen. ‘Nog een kus en een kroel?’ vraagt Jelle met zijn allerliefste stemmetje. Mama geeft Jelle een kus en een kroel. ‘En nu naar bed,’ zegt mama weer. Als alle nachtzoentjes zijn uitgedeeld doen papa en mama de lichten op de slaapkamers uit.  

Dan begint Jelle te huilen. ‘Ik kan niet slapen,’ huilt hij.  Jelle huilt steeds harder. Job kan er niet van slapen. ‘Ik kan niet slapen als Jelle huilt!’ schreeuwt hij vanuit zijn bed. Mama komt naar boven om Jelle te troosten. Jelle is stil. ‘Ga nu maar slapen,’ zegt mama tegen Job, ‘morgen moet je weer naar school.’ ‘Maar ik moet nog plassen,’ zegt Job. Hij springt uit zijn bed en loopt naar de wc. Als Job terug komt stopt mama hem weer onder de dekens.

Jelle zit op zijn kamer nog wat te spelen. Jelle wil nog niet naar bed. Mama tilt hem op en stopt ook Jelle onder de dekens. Mama fluistert: ‘ssstttt, aap en baby slapen al.’ Heel voorzichtig legt ze het aapje en de babypop naast Jelle neer. ‘Stil zijn hoor,’ fluistert mama,  ‘anders worden ze wakker.’ Jelle knikt en blijft heel stil liggen.  Job is zijn bed weer uitgekomen. ‘Mama, mag ik nog wat water drinken?’ fluistert Job. ‘Snel dan,’ zegt mama, ‘en dan echt naar bed’. Het is bedtijd.

Even is het stil. Maar dan begint Job te huilen. Papa komt naar boven om Job te troosten. ‘Ik kan niet slapen,’ snikt Job, ‘er zitten allemaal spoken op mijn kamer.’ Papa spreekt de spoken streng toe: ‘spoken, gaan jullie maar buiten spelen. Job moet slapen. Hup, weg hier!’ Papa heeft de spoken weggestuurd. Zou Job nu gaan slapen?

De slaapkamerdeur van Jelle staat op een kiertje. Papa gluurt naar binnen. Jelle slaapt nog niet. Jelle leest zijn aap en baby een boekje voor. Papa doet de deur dicht. Jelle valt vanzelf wel in slaap.

Dan is het stil. En het blijft stil. Job en Jelle slapen.  Wat later op de avond gaan papa en mama ook naar bed. Maar wat is dat? Job en Jelle zijn stiekem in het grote bed gekropen. Ze liggen heerlijk te slapen. ‘Nu kunnen wij niet slapen,’ jammert mama, ‘ons bed is vol.’   

zondag 12 juni 2016

Koeiendans


Mama heeft de auto in het weiland geparkeerd. Niet tussen de koeien, maar tussen allemaal andere auto’s. Er zijn veel mensen naar de boerderij gekomen om de koeien te zien dansen.  

‘Kunnen koeien dansen?’ vraagt Job, terwijl hij door het hoge gras loopt. ‘Als de koeien straks de stal uit mogen zijn ze zo blij dat ze gekke sprongen maken,’ antwoordt mama, ‘en dat lijkt wel op een dansje.’ De koeien hebben de hele winter binnen gezeten. Nu het lente is, mogen de koeien naar buiten.

‘Kijk, Jelle maakt ook gekke sprongen,’ zegt Job, ‘dat lijkt ook wel op een dansje.’  Maar Jelle danst niet. Hij probeert zijn voeten boven het gras te houden.  Het gras is nat en Jelle houdt niet van natte voeten. Maar de gekke sprongen helpen niet, zijn voeten zijn nat geworden.  ‘Mama, tillen?’ jammert Jelle. En met een grote sprong springt hij in de armen van mama.

Op de boerderij staan alle koeien nog in de stal. Ze loeien heel hard. En ze kijken met hun grote ronde ogen naar Job en Jelle.  Wat zijn het grote dieren! Job loopt snel langs de koeien de stal door. Jelle wil de koeien aaien. Hij loopt naar een koe die rustig staat te eten.  Jelle steekt zijn handje uit en aait de koe over haar kop. Dan kijkt de koe ineens op en zegt: ‘Boeoe.’ Jelle schrikt en rent snel achter zijn grote broer aan.  

Aan de achterkant van de stal staan heel veel mensen. Job en Jelle zien alleen maar benen. Mama tilt Jelle op en zegt tegen Job: ‘Ga jij maar vooraan staan.’  Job kruipt tussen de benen door totdat hij bij een hek komt. Achter het hek is een groot leeg weiland. ‘Dit is ook maar saai,’ denkt hij.  Dan begint de grond ineens te trillen.  Job schrikt en rent snel terug naar mama.  

‘De koeien komen naar buiten,’ zegt mama, ‘kom snel kijken hoe ze dansen!’ Mama zet Jelle neer en tilt Job op haar schouders. ‘Mama, tillen!’ roept Jelle en hij trekt aan de broek van mama. Mama tilt Jelle op haar arm. Nu kan iedereen de koeien goed zien.  De grote kudde koeien dendert het weiland in.  De koeien rennen, gooien de achterpoten in de lucht en duwen speels de koppen tegen elkaar. Wat een vrolijk gezicht al die blije koeien.

Mama heeft geen vrolijk gezicht. Het is best zwaar om twee jongens te tillen. Ze zet Job en Jelle weer op de grond. Er is een plekje vrij gekomen bij het hek. Job en Jelle klimmen op het hek en kijken naar de koeiendans. Een koe loopt rustig grazend langs het hek. Als zijn grote kop vlak bij Jelle is, roept Jelle heel hard: ‘BOE!’ De koe schrikt niet en graast rustig verder.   

vrijdag 3 juni 2016

Kermis

Job en Jelle zijn op de kermis. Overal staan attracties met knipperende lampjes en harde muziek. De jongens kijken hun ogen uit. Eerst hebben ze een rondje over de kermis gelopen. En nu mogen ze twee dingen kiezen die ze willen doen.

‘Ballen gooien!’ roept Job enthousiast. Hij pakt de hand van papa en trekt hem mee naar het ballen gooien. Job geeft geld aan de man van de kermis. En de man van de kermis geeft drie ballen aan Job. ‘Mag ik ook ballen gooien?’ vraagt Jelle. Jelle mag ook ballen gooien, maar de kraam is te hoog. Jelle kan niet bij de ballen. ‘Kom hier maar op het randje zitten,’ zegt de man van de kermis. Mama tilt Jelle op en hij gaat op zijn knietjes zitten. Nu kan Jelle ook ballen gooien.

Job gooit de eerste bal en hij raakt de Pyramide van blikken. Er vallen twee blikken om. De tweede bal gooit hij zo hard dat er nog drie blikken omvallen. Job heeft nog één bal over en er staat nog één blik. Job wil het laatste blik ook omgooien! Hij gooit de bal en…, hij mist. Job kijkt verdrietig. De man van de kermis pakt de drie ballen en legt ze weer voor Job neer. Wat een geluk, Job mag het nog een keer proberen. Nu kijkt Job heel geconcentreerd. Hij gooit een bal en…, hij is raak! Job heeft alle blikken omgegooid. ‘Goed gedaan,’ zegt papa. Job mag een prijsje uitkiezen.

De man van de kermis heeft ook drie ballen aan Jelle gegeven. Jelle gooit de eerste bal naar de Pyramide van blikken. De bal komt tegen de blikken, maar de blikken blijven staan. Jelle moet wat harder gooien. De tweede bal gooit Jelle zo hard als hij kan. Deze bal gaat te hard en vliegt over de blikken heen. Alle blikken staan nog netjes rechtop. Jelle heeft nog één laatste bal. Hij gooit de bal en…, hij is raak! Het bovenste blik van de Pyramide is er vanaf gevallen. ‘Goed gedaan!’ zegt mama. De man van de kermis geeft de drie ballen weer aan Jelle. Jelle mag het ook nog een keer proberen. Maar Jelle wil geen ballen meer gooien. Hij wil ook een prijsje uitkiezen. Wat een geluk, want bij het ballen gooien is het altijd prijs!

‘Wie gaat er mee in de rups?’ vraagt papa. Job kijkt naar de karretjes die heel hard rondjes rijden. Hij schud zijn hoofd. Job durft niet in de rups. ‘Ik wel,’ zegt Jelle. En samen met papa stapt hij in een karretje. Vrolijk zwaait Jelle naar zijn grote broer als het karretje de eerste rondjes rijdt. Maar het karretje gaat harder. Nu zwaait Jelle niet meer. Hij houdt papa stevig vast. Dan gaat het karretje nog harder. Jelle vindt het nu best eng, hij huilt. Het karretje gaat steeds harder. En Jelle huilt steeds harder. Na heel veel rondjes stoppen de karretjes en kunnen ze uitstappen. Papa tilt Jelle op en vraagt: ‘Vond je het leuk?’ Jelle veegt zijn tranen weg en antwoord: ‘Ja, echt gaaf!,’

Job mag nog een attractie kiezen. Job kijkt naar de auto’s en paarden die heel langzaam rondjes rijden. De draaimolen. ‘Daar wil ik wel in,’ zegt hij. Hij klimt in de brandweerauto. En alle rondjes zwaait hij naar zijn kleine broertje, zonder te huilen!