TINGELINGELING! De ijscoman stopt bij het strandje. ‘IJS!’
juichen alle kinderen op het strandje. ‘IJS’ juichen ook Job en Jelle. Job
springt op uit het meertje en rent naar mama. Jelle laat zijn emmer en schepje
in het zand liggen en rent ook naar mama. ‘Mogen wij een ijsje?’ vragen de
broertjes.
‘Dat mag wel,’ zegt mama, ‘maar dan moeten jullie het ijsje
zelf gaan halen. Ik blijf hier om op onze spullen te letten.’ Mama geeft twee
muntjes voor twee ijsjes. Een ijsje voor Job en een ijsje voor Jelle. Job en
Jelle rennen samen naar de ijscoman.
Er staat een lange rij mensen voor de wagen met ijsjes. Job
en Jelle gaan achteraan staan. De ijscoman verkoopt veel ijsjes. En de rij
wordt steeds korter. Job en Jelle staan nu bijna vooraan. Job kijkt naar het
muntje in zijn hand. Welk ijsje kan haar daarvoor kopen? Job weet het niet. En wat is de ijscowagen
hoog! Zelf een ijsje kopen is best moeilijk.
‘We gaan mama halen,’ zegt Job tegen zijn broertje. ‘Kom
mee!’ ‘Nee!’ roept Jelle. ‘Ik wil ijs!’ Job trekt aan de arm van Jelle. Maar
Jelle gaat niet mee. Jelle blijft voor de ijscowagen staan. ‘Gaat het goed
jongens?’ horen Job en Jelle achter zich. De broertjes draaien zich om. ‘Mama!’
roepen ze blij. ‘Ik weet niet welk ijsje ik van dit muntje kan kopen. En de
wagen is zo hoog,’ vertelt Job. ‘Kom je ons helpen?’ En Jelle vraagt: ‘Krijg ik
nu ijs?’
‘Ik dacht al dat jullie wel een beetje hulp kunnen
gebruiken,’ zegt mama. Mama tilt Jelle op. Zo kan hij de kaart met ijsjes goed
zien. Mama wijst de ijsjes aan waar Jelle uit mag kiezen en vraagt: ‘Welk ijsje
wil je?’ Jelle kiest een waterijsje. En Job kiest ook een waterijsje. De ijscoman
geeft de twee ijsjes aan mama. Job gaat op zijn tenen staan en strekt zijn arm
uit om de muntjes aan de ijscoman te geven. De ijscowagen is best hoog. Maar
Job is al best groot. Het lukt!
‘O nee! Niemand let op onze spullen,’ roept Job. Hij rent
snel terug naar de handdoeken. ‘Mama, rennen!’ zegt Jelle. En hij trekt aan het
been van mama. ‘Rustig maar,’ zegt mama. ‘Alle belangrijke spullen zitten hier
in mijn tas.’ Mama geeft Jelle een hand
en samen lopen ze terug naar de handdoeken.
Job en Jelle zitten op de handdoek en likken aan het ijsje.
Het ijsje smelt in de warme zon. Het ijs van Jelle drupt van zijn kin op zijn
buik en op zijn benen. ‘Ik lijk wel een ijsjesman,’ zegt Jelle. En Job lacht:
‘Dan kom ik een ijsje bij je kopen. Want dat kan ik al helemaal alleen!’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten