Job duimt. Papa vindt het zielig voor de duim. ‘Het is daar
donker en nat,’ zegt papa, ‘dat vindt je duim echt niet fijn.’ Papa wil dat Job
stopt met duimen. Mama wil ook dat Job stopt met duimen. Mama vindt het zielig voor de tandjes. ‘Van
duimen gaan je tanden scheef staan,’ zegt mama, ‘en een beugel is echt niet
fijn.’ Papa en mama hebben gelijk. ‘Ik wil ook stoppen met duimen,’ zegt Job, ‘duimen
is voor baby’s.’ Maar stoppen met duimen is best moeilijk. Job vergeet het steeds, dan zit die duim toch
weer in zijn mond.
Jelle heeft een speen. Papa vindt Jelle te groot voor een
speen. ‘Een speen is voor baby’s,’ zegt papa, ‘geef je speentje maar aan de
pop.’ Hij pakt de baby pop van Jelle. Papa wil dat Jelle zijn speen weg doet. Mama
wil ook dat Jelle zijn speen weg doet. Ze vindt Jelle ook te groot voor een speen. ‘Leg de speen maar
onder je kussen,’ zegt mama, ‘dan komt de spenen-fee hem halen.’ Mama vertelt
dat de spenen-fee de speen naar baby’s brengt die geen speentje hebben. Jelle
snapt er niks van. ‘Nee! Dat is mijn
speen,’ zegt Jelle ‘speen is niet voor baby’s!’ Jelle wil zijn speen niet weg
doen. ‘Ik ben niet groot!’
Mama heeft een idee: ‘We maken een sticker kaart.’ ‘Elke keer als jullie gaan slapen zonder duim
of zonder speen, dan krijgen jullie een sticker,’ legt mama uit. ‘En als er een
rij vol is, dan krijgen jullie een cadeautje.’ Ze pakt een groot vel papier. En
bovenaan schrijft ze: ‘Ik stop met duimen.’ Met een potlood en een liniaal trekt
Job rechte lijnen over het papier. Als hij klaar is, staat het papier vol met
vakjes. Daar kunnen heel veel stickers in. De ‘Ik stop met duimen’- kaart
plakken ze op de slaapkamerdeur van Job.
Mama pakt nog een vel papier voor Jelle. Op dit vel papier
schrijft ze: ‘Ik stop met mijn speen.’ Dan
moeten de vakjes nog gemaakt worden. Jelle vindt het moeilijk om rechte
lijntjes te tekenen. Maar samen met mama lukt het hem wel. De ‘Ik stop met mijn speen’-kaart plakken ze
op de slaapkamerdeur van Jelle.
‘Vannacht ga ik niet duimen,’ zegt Job vastberaden als hij
in bed kruipt. En als papa `s-nachts bij Job gaat kijken, dan zit er geen duim
in de mond van Job. Het is gelukt! De volgende ochtend mag Job een mooie
sticker uitkiezen en op zijn stickerkaart plakken.
‘Ik wil geen sticker, ik wil mijn speen,’ zegt Jelle als hij
gaat slapen. Papa laat allemaal mooie
gekleurde stickers zien. Maar Jelle vindt zijn speen nog veel mooier. Jelle
stopt zijn speen in zijn mond en valt in slaap. De volgende ochtend mag Jelle
geen sticker uitkiezen. Zijn stickerkaart blijft leeg.
Een week later heeft Job al zeven stickers verdiend. De
eerste rij van de stickerkaart is vol. ‘Wat heb je het goed gedaan,’ zegt papa
trots. ‘Krijg ik nu een cadeautje?’ vraagt Job. ‘Jazeker,’ zegt papa en hij
geeft Job een nieuw autootje. Job is blij. Hij wil elke dag wel een sticker en
elke week wel een nieuw autootje. Job stopt met duimen.
De stickerkaart van Jelle is nog steeds leeg. Jelle wil geen
stickers en Jelle wil ook geen cadeautjes. Jelle wil maar één ding en dat is
zijn speen. ‘Jelle, ik denk dat je gelijk hebt,’ zegt mama, ‘je bent niet te
groot voor een speen.’ Een speen is voor baby’s en voor kleine peutertjes. Jelle
is blij. Hij mag zijn speen nog houden.
Totdat de spenen-fee zijn speen komt halen!