maandag 2 mei 2016

Naar de supermarkt

Naar de supermarkt

Papa vraagt: “Wie gaat er mee boodschappen doen?”. “Ik niet” zegt Job. “Ik ook niet” zegt Jelle. “Is er niemand die mij wil helpen?” Papa kijkt erg verdrietig. Papa moet heel veel boodschappen halen, daar kan hij wel wat hulp bij gebruiken. “Job, wil je me vandaag weer helpen met scannen?” vraagt hij. “Ja, leuk scannen!” roept Job, “ik ga mee”.“Jelle, help jij mee met het uitkiezen van een toetje?” vraagt papa. “Ja, lekker toetje!" roept Jelle,“ik ga ook mee”.

In de supermarkt loopt Job gelijk naar de muur met de handscanners. Hij kijkt waar het lampje gaat branden en pakt de scanner uit de muur. Dan klimt Job bij papa in de boodschappenkar. Job kan al heel goed helpen. Papa geeft de boodschappen aan Job. En Job scant de streepjescode.
Jelle heeft een eigen karretje. Een klein karretje met een vlaggetje aan een stok. De hagelslag mag in het karretje van Jelle. De Tumtummetjes mogen er ook in. “De spinazie mag er niet bij” zegt Jelle. Want spinazie lust Jelle niet. “Geef maar aan mij” zegt Job "ik vind spinazie wel lekker". Job scant de spinazie en legt het in de grote kar.

Dan wil Jelle geen boodschappen meer doen. Jelle staat stil. Het karretje van Jelle staat ook stil. “Mag ik zitten?” vraagt Jelle. Hij wijst naar het zitje van de grote kar. De kar zit vol met boodschappen. “Nee Jelle, dat past niet”, antwoord Job. En papa zegt: “Kom op Jelle, we zijn bijna klaar”. Dan loopt Jelle eindelijk verder. “Jelle, je vergeet je karretje!” roept Job. Maar Jelle wil het karretje niet meer. “Job, wil jij het karretje van Jelle duwen?” vraagt papa. “Nee” zegt Job “ik wil geen karretje duwen, ik wil scannen”. Papa zucht. Twee karretjes duwen lukt niet. Dus legt papa de hagelslag en de tumtummetjes in de grote kar en brengen ze het kleine karretje terug.

“Nu klaar?” vraagt Jelle. “Bijna” zegt Papa “alleen nog de melk, de boter en de toetjes”. “Ja, toetjes!” roepen Job en Jelle. En ze rennen naar het koelvak. Jelle mag het toetje kiezen. “Jelle, kies deze” zegt Job tegen zijn broertje. Hij wijst naar het toetje met de smarties. “Ja, smarties!” roept Jelle blij. Jelle kiest het toetje met de smarties. En Job mag het toetje scannen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten