zondag 1 mei 2016

Naar de kapper

Naar de kapper

De haren van Job zijn erg lang. De haren van Jelle zijn ook erg lang. Job en Jelle gaan daarom naar de kapper. Job mag als eerste op de grote stoel voor de spiegel zitten. Hij krijgt een mooie kapperscape om. “Kijk, koekiemonster” roept Jelle vrolijk. Hij wijst naar het plaatje op de cape. “Hoe mag ik het knippen” vraagt de kapster aan mama. “Maak er maar korte stoere stekeltjes van” antwoord mama.

Job is al groot en zit netjes stil. De kapster maakt de haartjes nat met de waterspuit. Dan pakt ze een schaar. Knip, knip, doet de schaar, en lange haren vallen op de grond. Met de tondeuse scheert ze de haren in Job zijn nek helemaal kort. Als de kapster klaar is kiest Job de blauwe gel voor zijn stekeltjes. Job ziet er erg mooi uit!

Jelle vindt het leuk bij de kapper. Hij kletst met de kapster. Hij leest een boekje. En hij kijkt naar zijn grote broer die wordt geknipt. Maar dan mag Jelle op de stoel gaan zitten. Jelle wil niet op de stoel. Jelle wil ook de mooie cape met koekiemonster niet om. Jelle huilt “neeee, Jelle niet kapper!’ . Mama neemt Jelle op schoot. Jelle is bang voor de waterspuit. Jelle is bang voor de schaar. En Jelle is bang voor de tondeuse.

Jelle is nog maar klein en hij zit niet stil. Mama houdt hem stevig vast. De kapster knipt de haartjes af. Door de tranen en snottebellen van Jelle plakken de haartjes in zijn gezicht. En de haartjes prikken in zijn nek, want Jelle heeft de cape afgetrokken. Jelle gilt “au au au” en hij schudt met zijn hoofd. Maar haartjes knippen doet geen pijn. Jelle hoeft niet bang te zijn.

Dan is de kapster klaar. Job krijgt een snoepje. Hij heeft zo netjes stil gezeten. Jelle moet nog leren om stil te zitten. Maar hij krijgt toch een snoepje. Dan huilt Jelle niet meer. Met twee mooie korte koppies gaan de jongens weer mee naar huis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten