Job en Jelle kijken door het raam. ‘Het regent niet meer!’ juicht
Job. ‘Mogen we nu naar buiten?’ Mama kijkt ook door het raam. Er hangen donkere
wolken in de lucht, maar de regen is gestopt. ‘Gaan jullie maar snel buiten
spelen voordat het weer gaat regenen,’ antwoordt mama. ‘Maar trek wel jullie
laarzen aan!’
Job trekt zijn regenlaarzen aan en rent naar buiten. Mama
pakt de laarzen van Jelle, maar Jelle wil geen laarzen aan. ‘Ik wil mijn
schoenen aan,’ zegt Jelle. ‘Laarzen zijn stom!’ Mama kijkt naar de laarzen en
zegt: ‘Het zijn juist erg stoere laarzen
waarmee je in de plassen kunt stampen. Stop je voet er maar in.’ Jelle schudt
zijn hoofd en schopt met zijn voet. Jelle wil echt geen laarzen aan. Mama zucht
en pakt Jelle z’n schoenen. ‘Niet door de plassen lopen,’ roept mama nog als
Jelle op zijn schoenen naar buiten rent.
Job staat naast een hele grote plas. Zou de plas diep zijn?
Job gooit er steentjes in. Jelle pakt een tak en roert door het water. ‘Ik ga
door deze diepe plas lopen,’ zegt Job stoer. Heel voorzichtig loopt hij met
zijn laarzen door de plas. Stapje voor stapje. ‘Deze plas is helemaal niet diep,’
zegt Job. Dan gaat hij stampend door de plas. Het water spettert omhoog. ‘Plassen
stampen is leuk!’ roept Job enthousiast. Dat wil Jelle ook wel. Jelle vergeet dat
hij geen laarzen aan heeft en springt midden in de grote plas. Verschrikt kijkt
Jelle naar zijn schoenen. Zijn schoenen zijn helemaal nat. Zijn sokken zijn ook
helemaal nat. Jelle z’n lip trilt. ‘Ik wil geen natte voeten,’ snikt hij. ‘Daarom moet je laarzen aan als je in een plas
springt,’ zegt Job. Mama tilt de huilende Jelle uit de plas. ‘Wil je dan toch
je laarzen aan?’ vraagt mama. Jelle knikt.
Even later springt Jelle weer in de plas, dit keer met zijn
laarzen aan. Nu krijgt Jelle geen natte voeten. Hij voelt wel een druppel op
zijn neus. En Job voelt druppels op zijn hoofd. ‘Het gaat weer regenen,’ zegt
Job. ‘We moeten naar binnen.’ Jammer. Het plassen stampen was net zo leuk. ‘Ik
wil niet naar binnen,’ jammert Jelle. Gelukkig heeft mama een idee. Mama haalt
de regenjassen van Job en Jelle. Met laarzen en regenjassen aan kunnen de broertjes
in de regen spelen. Job trekt zijn regenjas aan. En Jelle? Jelle wil geen
regenjas aan. Hij slaat zijn armen om zich heen en schudt zijn hoofd. ‘Een
regenjas is stom,’ zegt Jelle boos. ‘Wil je weer nat worden?’ vraagt Job. Jelle
schudt zijn hoofd. Dan voelt Jelle een druppel op zijn hoofd. En nog één.
En nog één.
Nu wordt hij toch nat. ‘Kom dan maar mee naar binnen,’ zegt mama. Dat wil Jelle
niet! Hij trekt snel zijn regenjas aan.
Job en Jelle spelen buiten in de regen. De broertjes springen
en dansen in de plassen. Jelle is toch wel blij met zijn stoere laarzen en met zijn
mooie regenjas.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten